Verhalenbundel

Verhalen uit het leven gegrepen

Al jarenlang vragen mensen mij waarom ik geen boek schrijf. Als extraverte, nieuwsgierige persoonlijkheid maak ik dingen mee, die andere mensen niet meemaken.

Mijn tijd in Amsterdam kwam ik met de meest bijzondere verhalen aan bij vrienden en familie. Ik heb hier toen niets mee gedaan. Nu ik verhuisd ben naar de meest multiculturele buurt in Alphen a/d Rijn, maak ik weer van alles mee.

En ook buiten mijn woonplaats valt er genoeg te beleven, denk aan: zingen in een varkensstal, mensen helpen in de kledingbank of gesprekken op straat.

Daarom heb ik besloten dit keer mijn verhalen wel uit te schrijven, omdat ik hoop dat mijn verhalen mensen helpt om iets mee te krijgen van wat er gebeurt buiten hun eigen bubbel.

Van Amsterdam Zuid naar de ghetto van Alphen a/d Rijn, een gegarandeerd succes voor mooie, ontroerende en soms controversiele verhalen.

Wil jij dit boek lezen? Zeg het voort... ik zoek nog een uitgever!

De inhoudsopgave tot dus ver, KLIK!

Zo koppig als...

Het boek van Tamar waarin zij op zoek gaat naar ultieme vrijheid inspireerde mij. Zij trok de wereld in vergezeld van heel veel verschillende soorten dieren, waaronder ook een ezel. En ja, dat wilde ik ook. Op naar Zeist waar de Ezelsociëteit is gevestigd.

Een kleine introductie over de diersoort: Ezel.
De ezel, je kent hem wel. De ezel die in de stal bij het kindeke Jezus staat, de ezel die een dom iemand representeert, de ezel van ezeltje-strek-je, de ezel van Ezeltje Prik en natuurlijk de spreekwoordelijke “zo koppig als een ezel”. Dat het spreekwoord niet voor niets zo luidt, werd mij gedurende de dag pijnlijk duidelijk.

Ezelsociëteit

Aangekomen bij de Ezelopvang, waar alle ezels opvangen worden die hulp nodig hebben, werd ik opgewacht door Karin. Karin had ik de week van te voren al gesproken en heeft ervoor gezorgd dat ik ondanks het volgeboekte schema toch een ezel mee kon krijgen. “Ow, jij hebt ervaring met paarden, dan geven wij jou de grootste ezel mee”, zo luidde haar reply. Aangekomen stond er dus inderdaad een torenhoge ezel klaar bij het hek. Torenhoog, omdat de rest dwergezels betrof maar dat terzijde. Ezel Ties geboren in 2008, keek mij afkeurend aan. Ik wilde hem aaien, maar meneer zwiepte met zijn staart en gaf aan daar echt geen zin in te hebben. Hij had een bit in, wat mij ergens nerveus maakte, aangezien de rest dat niet had. “Zal hij moeilijk te temmen zijn?”, schoot er door mijn hoofd.

Met een briefje in de hand, met wat een route moest voorstellen, werd ik op pad gestuurd. Ik voorop, Ties er achteraan. Ik had mij helemaal voorgenomen, om à la Tamar, een band op te bouwen met Ties. Ik praatte tegen hem, kriebelde achter zijn oren en liep langzaam. Heel langzaam. Maar nee Ties had er geen zin in. Al na 20 meter stond hij stil. De begeleidster was nog niet de hoek om of Ties liet al duidelijk merken dat we wat hem betrof gewoon rechtsomkeert konden maken. Afin, ik had me dit anders voorgesteld.

Ezels zijn geen paarden

Ties stond dus stil. Heel stil. Met zijn-gewicht-op-zijn-achterste-benen-stil. “Oké, trekken wil ik niet. Geduld Daphne, geduld”, sprak ik mijzelf toe. En daar stond ik dan. Te wachten. Ik bedacht me nog dat dit een super moment zou zijn om mijn mindfulness-oefeningen eens uit de kast te halen. Maar nee, mindful was ik niet. Ties daarentegen was super mindful en ging zelfs in slaapstand staan. Voor de mensen die niets van paarden weten: een paard gaat dan met één van zijn achterste benen op z’n teen staan. Gewoon in de chill-stand dus. Ties chill, ik allesbehalve. Een poging om het halstertouw als zweepje te gebruiken mislukte, althans het had geen effect op de houding van Ties. Behalve dat hij nog chagrijniger ging kijken. Klik geluiden maken, zoals je bij paarden doet. Geen effect. Schuin achter hem staan en duwen. Gelukkig was er niemand die hier een foto van kon maken. Geen effect. En ineens wist ik het: eten! Míjn appel. Shit. Nou, een klein stukje appel deed Ties zijn oren naar voren schieten. Olé. Alleen zijn benen volgde het goede voorbeeld niet. Na nog drie keer 10 meter te hebben afgelegd in een half uur, was ik er klaar mee. Oké Ties, jij wint. Rechtsomkeert.

Ties weer terug op stal. “Ja, een ezel is toch echt iets anders dan een paard hè?”. Zucht. Dag zelfvertrouwen. “Wil je een andere ezel mee?”. Ik ontken niet dat ik twijfelde. Het was koud, nat en laat in de middag. Ik wilde gewoon de hei nog zien en die ezel kon mij eerlijk gezegd gestolen worden. Maar er was al betaald. “Goed, doe mij er nog maar één dan!”.

Poging 2

“Charlotte heeft nog niet gewandeld vandaag, dus die wil vast wel mee!”. Aan het enthousiasme van Karin lag het in ieder geval niet. Charlotte stond alleen net te flirten met Oscar. Oscar halverwege de twintig, werd onder handen genomen door de ezelkapper. Iets met de vacht scheren. Niet gevraagd. Geen idee. Mijn punt is dat ik uit eigen ervaring kan zeggen, dat als ik aan het flirten ben ik geen zin heb om, in mijn geval, naar huis te gaan. In dit geval zou Charlotte van huis moeten. Ai. En daar ging ik weer, het erf af was al lastig. Maar eenmaal uit het zicht van Oscar gaf Charlotte zich over aan haar lot. En ook deze keer ging ik vol overgave op de bonding toer. Ware het niet dat vijftig meter van de opvang wij twee soortgenoten tegenkwamen. Twee ezels dus. “Nee hè, niet weer…”, spookte het al door mijn hoofd. Charlotte begroette de ezels met een mooie IIIIAAAAAHHH en ik hield mijn hart vast en mijn oren dicht. Maar het zat me mee. Na een korte begroeting zette Charlotte dapper koers. Waarheen wist ik op dat moment nog niet, Charlotte hopelijk wel.

Kaartlezen

We waren nu dan echt op weg. Ik voelde mij net Tamar, maar dan niet in de woestijn, maar gewoon in de Veluwse bossen. De route die Karin mij meegaf zou twee uur duren, naargelang het tempo van de ezel. Het was 14:45 uur. “Dat gaan we voor het donker redden”, sprak ik hardop tegen Charlotte. Zij reageerde niet. Toch moet ik zeggen dat het bonden veel beter ging dan bij Ties. Ze luisterde, wandelde beter door, volgde mij om plassen te ontwijken en stopte met grazen als ik dat (zeer) nadrukkelijk vroeg. “Over de heuvel en dan rechts aanhouden”, las ik voor. Mmm, over de heuvel? Serieus? We kunnen er toch prima langs? Dus we gingen erlangs. Ik helemaal in mijn nopjes en Charlotte volgde trouw. Totdat ik dacht dat ik rechts aanhield, maar blijkbaar niet rechts genoeg. Charlotte liep haast over mijn tenen heen, om mij kort de pas af te snijden zodat ik gedwongen werd een pad nog verder naar rechts te nemen. Ok. Ezel volgen of mijn eigen met potlood geklier op een half a4-tje? Charlotte, I will follow. Let’s Go! En daar gingen we, door het bos, tot aan de hei, rechtsaf slaan, dan komt er een inham om haar te laten grazen. En de inham kwam. Yes! Even lekker grazen. Zo trots als een pauw vertelde ik de enkele voorbijgangers dat ik een ezel aan het uitlaten was. Niet dat ze dat niet zelf zagen, maar ze vroegen ernaar. Dat ik een half uur geleden nog met een vastgenagelde ezel aan de grond in mijn hand stond, liet ik vakkundig achterwege. 

Oase

16:00 uur. We liepen door, zoals het papiertje aangaf tot aan het meertje, voor het meertje naar links, niet (!) over de brug, maar linksaf langs een boom, dan naar de schaapskooi en vanaf de schaapskooi dezelfde weg weer terug. De schaapskooi. Wat een bijzonder ding. Zo midden in het bos, in een weilandje met een rietdak. Echt alsof je even in de tijd van de Middeleeuwen stapt. Wat voor Charlotte een veel interessanter gegeven was, was dat er gras stond. En nee niet drie sprietjes zoals bij de vorige stop, maar echt gras tot aan je knieën. Ezel-knieën. Alsof Charlotte bang was dat het een fata morgana betrof die zou verdampen, spurtte zij op het groene goud af. Zij blij, ik blij. Even een wildplasje doen, goed grazen, even uitbuiken en terug.  

Donker

De pauze in de oase was fijn, maar lang. Het begon echt donker te worden en wij stapten flink door. Ja hoor en daar ging mijn telefoon. “Ja, met Astrid. Zijn jullie nog ver weg?”. Ik gaf Charlotte de schuld en vertelde Karin dat ik net had gevraagd of Charlotte wat door kon lopen, omdat ik bang was dat Karin ons anders als vermist zou gaan opgeven. Maar helaas, het was al te laat. Letterlijk. Gelukkig herkende ik de weg snel en waren wij voordat het echt donker werd terug.

“En hoe was de wandeling?”, vroeg Karin. “Ja hartstikke leuk”, vertelde ik haar. Ik vertelde haar dat het vooral zo leuk was dat Charlotte mij op een kruispunt de weg wees. Waarop Karin antwoordde: “Dat lijkt mij sterk. Ze is hier pas sinds gister…”. 

Zo koppig als een ezel. Die trektocht wil ik zeker nog maken, maar of mijn metgezel een ezel wordt daar slaap ik nog een nachtje over.

Aantal woorden: 1370

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.